Wanneer is er sprake van cognitieve faalangst?
Cognitieve faalangst doet zich vooral voor in het schoolse gebeuren. De leerling heeft schrik voor nieuwe leerstof die er aan komt of voor een examen dat op komst is. Er wordt geredeneerd van “ik ga het toch weer niet kunnen”. De angst is vaak dermate dat men als het ware niet meer met de nieuwe leerstof of met het examen kan omgaan.
Kinderen met cognitieve faalangst lopen al dagen voor het examen met lichamelijke ongemakken. Nochtans blijkt dat die kinderen de leerstof goed beheersen, tot op het moment dat het effectieve examenblad voor de neus wordt geschoven. Dan klapt men als het ware dicht en brengt men er inderdaad niets van terecht.
Cognitieve faalangst: een getuigenis
Louise is een meisje uit het derde leerjaar waarvan het leesniveau uitermate zwak blijft. Nochtans stellen zowel de ouders als de leerkracht vast dat zij in de klas of thuis vrij vlot in een boek kan lezen. Maar als de zorgleerkracht de klas binnenkomt met de melding dat hij de leesniveaus gaat testen, dan begint Louise te panikeren. Ze moet naar het toilet, zit te draaien en te keren op haar stoel en is onrustig. Als zij dan uiteindelijk aan de beurt is, lukt het haar niet meer om de aangeboden tekst op een behoorlijke manier te lezen.
De leerkrachten laten haar vanaf nu iedere week een tekstje lezen bij de zorgleerkracht die het niveau bepaalt. Dit tekstje heeft dezelfde vorm als de tekstjes die tijdens de test worden gebruikt. Door dit wekelijks te herhalen heeft Louise op het moment van de eigenlijke test niet meer het gevoel dat het om een test gaat en scoort ze merkelijk beter.
Cognitieve faalangst aanpakken op school
In bovenstaande situatieschets werd wel vastgesteld dat Louise cognitieve faalangst had, maar hoe ga je daar nu in de klas mee om?
Het is voor leerlingen met cognitieve faalangst heel belangrijk dat de leerstof in kleine stapjes wordt aangeboden, waarbij men nagaat bij iedere stap of er nog iets onduidelijk was. Kleine, eenvoudige oefeningen na iedere stap geven de leerkracht enerzijds een beeld of de leerling de leerstof nog beheerst en het geeft anderzijds de leerling het gevoel dat hij de leerstof aan kan. Heel vaak herhalen ervaren kinderen met cognitieve faalangst ook vaak als aangenaam.
Bij examens is het ook belangrijk dat de opdrachten kort en bondig geformuleerd worden. Een opdracht die in een massa tekst gegoten zit, zal een leerling met cognitieve faalangst al direct doen panikeren op het moment dat hij/zij de opdracht nog aan het lezen is. Bij de opdrachten aangeven hoeveel punten zij er kunnen mee halen, geeft kinderen met cognitieve faalangst ook een veilig gevoel. Zo kunnen ze zoeken welke opdrachten zij zeker moeten uitvoeren om een bevredigend resultaat te krijgen.
Het is ook goed dat leerlingen weten hoe lang zij aan een opdracht mogen werken. Men moet dit echter wel doen bij het begin van de oefening. Best vermijdt men om tijdens de opdracht te vermelden hoeveel tijd er nog is, aangezien dit de stress en de paniek alleen maar verergert.