Leidt adoptie tot verlatingsangst?
Dat men zich afvraagt of adoptie tot verlatingsangst kan leiden, is een zeer logische vraag. Als kind heb je negen maanden doorgebracht in het lichaam van je moeder. Dit schept zonder meer een enorm sterke band tussen de biologische moeder en het kind.
Op latere leeftijd is men zich hier niet meteen van bewust, tenzij er iets fout loopt. Bij een adoptie op heel jonge leeftijd kan men er dus zo goed als zeker van zijn dat het kind voelt dat het overgaat uit de handen van de oorspronkelijke moeder. Een geboorte is voor een baby zonder meer al een stressvol gebeuren. Al vinden wij als volwassenen het allemaal heel erg schattig, toch zijn we er ons niet altijd van bewust dat de baby vreselijke dingen heeft meegemaakt. De veilige en beschutte plaats in de buik van de moeder moest verlaten worden op een alles behalve comfortabele manier, het kind is plots op zichzelf aangewezen om te ademen en wordt ineens omgeven door massa’s licht en geluiden. Je zou van minder stress krijgen. Als het kind daarbij nog moet ervaren dat het niet in de omgeving van de biologische moeder blijft, is het heel normaal dat het een vorm van stress en rouw ervaart.
Adoptie vermijden omwille van verlatingsangst?
Dat een adoptie heel wat nare dingen voor een baby met zich meebrengt zoals verlatingsangst is dus eigenlijk normaal. Maar moeten we daarom de rug toekeren naar adoptie? Zeker niet. In vele gevallen is adoptie de enige manier om te overleven voor het kind. Maar men mag niet uit het oog verliezen dat een adoptie, hoe klein het kind ook nog is, een zware impact heeft. Op latere leeftijd kan zo’n adoptie een heuse invloed uitoefenen op de manier waarop een kind zich aan andere mensen gaat hechten. Dit heeft niets te maken met een adoptiekind dat slecht zou opgevangen zijn. Ook al doet de adoptiemoeder nog zo haar uiterste best om een prima moeder te zijn, zij kan niet wegnemen dat één van de eerste ervaringen van het kind was dat het zijn oorspronkelijke moeder moest verlaten.
Hoe uit verlatingsangst zich bij adoptie?
Mensen die een adoptie meemaakten hebben op latere leeftijd vaak te maken met verlatingsangst. Dit ziet men aan het feit dat die mensen zich heel moeilijk op een vaste en langdurige manier aan iemand kunnen binden. Vaak heeft men een heel uitgebreide vriendenkring, maar voelt men zich toch eenzaam. Uit onderzoek is gebleken dat kinderen die geadopteerd zijn veel meer moeite hebben om zich aan iemand te binden en deze relatie tot stand te houden dan kinderen die opgegroeid zijn bij hun biologische ouders. Dit laatste is wel alleen geldig als de gezinssituatie bij die biologische ouders een “klassieke” situatie was.
Men mag echter niet concluderen dat een geadopteerd kind sowieso moeite zal hebben met het aangaan van relaties en het zich binden. Er zijn net zo goed kinderen die na een adoptie helemaal geen hinder hebben van verlatingsangst; maar het risico op verlatingsangst is een pak groter.